Voor het verstoren van de bodem heeft u een omgevingsvergunning nodig. U verstoort de bodem als u een bouwput wilt uitgraven, kabels of leidingen wilt leggen, de bodem wilt egaliseren, vijvers wilt aanleggen, ondergrondse fundamenten wilt verwijderen of heipalen wilt inslaan. U vraagt een omgevingsvergunning aan via het Online Omgevingsloket.
De toetsing
Bij de gemeentelijke toetsing van uw vergunningsaanvraag kijken wij of er archeologische waarden zijn en controleren wij of de waarden in het geding komen. Ook niet aangetroffen waarden kunnen in het geding komen. Voordat u aan de aanvraag begint, is het daarom verstandig eerst op de Cultuurhistorische Waardenkaart na te gaan of er bij uw project archeologische waarden of verwachtingen spelen.
In de vergunningsaanvraag moet u zo goed mogelijk aangeven welke waarden of verwachtingen er zijn. Misschien moet hiervoor booronderzoek gedaan worden zodat duidelijk is of er intacte archeologische waarden in de grond aanwezig zijn en wat er precies aan archeologische resten te vinden is (en hoe diep). Uw plan moet zo veel mogelijk rekening houden met de waarden in de grond. Als het plan de archeologische waarden niet beschadigt, dan is dit voldoende voor de omgevingsvergunning en is verder archeologisch onderzoek niet nodig.
Soms is het niet te voorkomen dat uw plan de archeologische waarden verstoort. In dat geval stellen wij de voorwaarde dat u de archeologische resten ter plekke laat documenteren. Meestal kiest men dan voor een archeologische opgraving of een archeologische begeleiding. De kosten zijn voor de aanvrager van de omgevingsvergunning. Zeker in de binnenstad en op plekken waar steentijdresten aanwezig zijn, kunnen die kosten hoog zijn. Het is daarom verstandig om vroeg in beeld te hebben welke waarden er spelen.

Verwijderen van een oud riool tijdens opgravingen aan de Oostwand van de Grote Markt in 2012