Op een dag in januari 2017 was er een graafmachine bezig om langs het spoor aan de Duinkerkenstraat ruimte te maken voor een tunnel die de Helper Brink onder de spoorlijn door verbindt met de Europaweg, als onderdeel van de zuidelijke ringweg.
De machine stuitte op een groot en keihard obstakel wat precies in de weg lag voor de geplande Helperzoomtunnel. Dit gebied ligt tussen de Hereweg en het Winschoterdiep, ter hoogte van de buitenplaats Groenestein.
Het obstakel bleek een gemetseld muurwerk te zijn dat net ten noordoosten van de spoorlijn lag. Twee zware grondmuren met daartussen precies 4 m. ruimte en twee haaks omgezette keermuren aan het einde van 4.5 m. lang. De evenwijdige muren liepen onder het spoor door en maakten ten oosten van de spoorlijn een knik. De muren dateren uit het einde van de 19de eeuw of de eerste helft van de 20ste eeuw.
Maar wat waren deze muren nu precies? In 1986 tekende Laura Starink voor NRC Handelsblad oude verhalen op van Groenestein in de serie ‘Huizen met een verhaal’. Hierin staat dat de familie Quintus, die destijds op Groenestein woonde, het recht zou hebben om de trein te laten stoppen bij hun landgoed omdat de nieuwe spoorlijn over hun grond ging. Dit zou overeenkomen met de verhalen dat ook W.A. Scholten het recht had de trein te laten stoppen bij de theekoepel die hij had laten bouwen, net als de familie Van Swinderen bij hun huis de Rensumaborg, en burgemeester Bernhard Wilhelm Siemens bij zijn villa Vredenburg in Uiterburen bij Zuidbroek. Is dit bouwwerk bij de Duinkerkenstraat eindelijk tastbaar bewijs dat Groenestein een eigen stopplaats had? Ontdek meer in het artikel ‘Stopte de trein bij Groenestein?’ in de 23ste editie van Hervonden Stad.