Overig onderzoek

Het kan zijn dat u in het kader van een vergunningsaanvraag wordt gevraagd een bepaald onderzoek uit te voeren. Hierbij kan het gaan om archeologisch of bouwhistorisch onderzoek, zoals elders op deze website beschreven,  maar ook architectuur-, kleur- en tuinhistorisch onderzoek. Er zijn verschillende soorten adviesbureaus die u hierbij kunnen ondersteunen.

Architectuurhistorisch onderzoek
In tegenstelling tot de bouwhistoricus – voor wie het gebouw zelf de belangrijkste onderzoeksbron vormt – bekijkt de architectuurhistoricus het te onderzoeken gebouw meer van een afstand. Zo onderzoekt de architectuurhistoricus bijvoorbeeld de hoofdopzet en de stijlkenmerken van een pand. Ook kijkt hij of zij naar de plaats die het pand inneemt in het oeuvre van de architect, de bewoningsgeschiedenis en de stedenbouwkundige context.

Kleurhistorisch onderzoek

Veel historische gebouwen kenden vroeger een andere kleurstelling. Kleur is onderhevig aan mode, smaak en de technische mogelijkheden. In de 17e eeuw hield men bijvoorbeeld van volle, sprekende kleuren op de gevel, terwijl de smaak in de 18e eeuw verschoof naar lichtere tinten. In de 19e eeuw koos men graag voor pasteltinten en voor materiaalimitatie door middel van stuc.

Bij kleurhistorisch onderzoek probeert de onderzoeker de historische verflagen in en op het pand bloot te leggen. Het doel is om de gekleurde geschiedenis van het object te documenteren. De kennis over de toegepaste kleuren draagt bij aan een beter begrip van de architectuurgeschiedenis en van de betekenis van de toegepaste kleur voor de oorspronkelijke architectonische uitstraling. Ook kan het onderzoeksresultaat helpen om een onderbouwde keuze te maken voor een nieuwe kleur die beter past bij de architectuur van het monument.

Tuinhistorisch onderzoek
Naast archeologische en gebouwde monumenten kennen we eveneens groene monumenten. Ook de gemeente Groningen heeft beschermde tuin- en parkaanleg, zoals het Stadspark en de parkaanleg van de historische buitenplaats Huis te Glimmen. Groene monumenten zijn kwetsbaarder dan gebouwde monumenten en onderzoek kan daarom nodig zijn om inzicht te krijgen in de historische ontwikkeling – zoals aanleg, boomsoorten en wijze van beplanting. Het onderzoek van een tuinhistoricus bestaat uit het verzamelen van historisch archiefmateriaal waaruit blijkt hoe de groenaanleg zich door de tijd heen heeft ontwikkeld. Vervolgens kijkt de onderzoeker naar de locatie zelf en analyseert hij de hier aanwezige groenlagen. Dit komt het dagelijks beheer van een groen monument ten goede en is van belang voor de ontwikkeling van een toekomstvisie.